Taalverzorging (2) Werkwoorden
1. Vul het hele werkwoord in van het vetgedrukte woord.
Het
vriest
. Vannacht gaat het nog veel strenger
.
2. Vul het hele werkwoord in van het vetgedrukte woord.
Ik
ben
nu al moe en we
er nog lang niet.
3. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de tegenwoordige tijd.
Iedereen
wel eens wat. (vergeten)
4. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de tegenwoordige tijd.
je het deeg goed? (kneden)
5. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de gebiedende wijs.
van dat dak af! (komen)
6. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de verleden tijd.
Toen ze elkaar toevallig tegenkwamen,
ze elkaar. (begroeten)
7. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de verleden tijd.
Leo
een spannend avontuur. (beleven)
8. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de voltooide tijd.
Dat is al heel vaak
. (gebeuren)
9. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik de voltooide tijd.
Twee jaar geleden zijn we naar Arnhem
. (verhuizen)
10. Vul de goede vorm in van het woord tussen haakljes.
Gebruik het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
Geef alle
bladen maar aan mij. (printen)
Controleer
OK